Translate

woensdag 22 januari 2014

Mijn ervaringen als gedeligeerde - deel 2

Gisteren 21 januari hebben wij een grote distributie gedaan van hulpgoederen naar verschillende Barangays, zeg maar dorpen, in de regio New Washington, van de provincie Aklan. Dit is een gebied gelegen aan de kuststreek waar je bepaalde dorpen alleen maar kunt bereiken door een rivier over te steken. met een soort bootje. De eigenaar van onderstaand bootje bracht ons heen en weer voor 300 pilipijnse pesos, omgerekend 6 euro.
Het smalle bootje was stabiel door beide bamboe zijdragers die met een soort visdraad aan elkaar waren gemaakt. Bij het aan en van boord gaan hoorde je de stukken kraken, gekscherend zeiden we tegen elkaar je kunt toch wel zwemmen?  Met luid kabel draaide de motor, stinkende uitlaatgassen uitstotend. Volgens mij zat er nauwelijks een uitlaat op, maar dat mocht de pret niet niet drukken. Nadat ik spontaan de eerste regel van de song "we are sailing" zong, zongen alle vrijwilligers van het filipijnse rode kruis uit volle borst mee. Het begon al snel flink te regenen. Na een minuut of tien waren we op de plek waar we wezen moesten. We stapten uit en gingen samen met de bargangay Captain en zijn staf een aantal huizen langs die nagenoeg geheel waren verwoest door de tyfoon. Onderstaande omgewaaide woning werd nog steeds

 bewoond. Gebrek aan geld en werk waren de oorzaken dat dit huis nog niet was hersteld. Zo goed als het ging woonde de mensen hier nog in, in dit geval een gezin met drie kinderen. Vele van dit soort huizen zag je tijdens zo'n tocht door deze dorpjes. De mensen waren erg dankbaar als zij enige hulp kregen.
De mensen kwamen langs om te vertellen hoe hun huis er voor stond. Onderstaande vrouw met haar dochter vertelde dat haar huis totaal was verwoest en dat zij en haar gezin tijdelijk bij andere inwoonden. Er was niets meer van haar toch al armoedige huis over.
























Nadat wij van de plaatselijke Barangay Captain (zeg maar soort burgemeester) de lijst met verwoeste huizen hadden gekregen en er een aantal hadden gezien, liepen wij terug naar de boot. Je rook de houtvuurtjes, afgewisseld door bloemengeur en vochtige lucht.
Vlak bij de opstapplaats van de boot, zagen wij een oude man, van 76 jaar, die al vanaf de tyfoon (november tot heden, 21 januari) woonde in een wachthokje voor de boot. Hij vertelde geen geld te hebben om zijn verwoeste huis meer op te bouwen, hij vroeg om wat geld, omgerekend een dubbeltje, want dan kon hij wat te drinken kopen. Dat gaf ik hem en hij stond natuurlijk op de lijst voor hulpgoederen, om zijn huis weer te kunnen opbouwen, met hulp van dorpsgenoten. Deze zou hij en zijn dorpsgenoten later krijgen bij een distributie.
verwoeste huis oude man


























de oude man in zijn tijdelijke huis 'het wachthokje'
Na een kwartiertje wachten kwam de boot, wij vertrokken naar de overzijde en zagen een spelend kind op de oever. Het leven ging voor hun gewoon verder.




















De twee dagen daarna waren er distributies van hulpgoederen. De mensen verzamelde zich op een afgesproken plaats, welke voor hun dorpen bereikbaar was, dit was meestal een soort sportplaats, vaak gedeeltelijk bedschadigd door de tyfoon, maar uitstekend hiervoor bruikbaar. De mensen waren bijzonder dankbaar. Tijdens de distributie was het voor iedereen flink aanpakken in de tropische hitte van meer dan dertig graden. De spullen moesten uit de vrachtwagens worden gehaald en verdeeld over meer dan 500 getroffenen. 
Na afloop van een distributrie kreeg ik zelfs van een Barangay Captain een 'Certificate op Appreciation". Nadat de meesten mensen waren vertrokken riep ik de ploeg vrijwilligers bij elkaar en liet hun het certificaat zien. Ik zei dat eigenlijk niet ik, maar zij dit hadden verdiend met hun harde werken, iedereen stond vol trots te glunderen.

distributie van hulpgoederen in een sporthal


























Blij met de gekregen spullen ging hij naar huis



























Met zijn alle weer naar onze barangay

Geen opmerkingen:

Een reactie posten